Skip to main content

Leverworm

Leverwormen zijn parasieten die behoren tot de groep van parasitaire wormen. Ze kunnen verschillende organen van de hond aantasten, vooral de lever en de galwegen. De meest voorkomende leverwormen bij honden zijn de grote leverworm (Fasciola hepatica) en de kleine leverworm (Dicrocoelium dendriticum). Deze parasieten kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken en moeten behandeld worden door een dierenarts.

Hoe raken honden besmet met leverwormen?

Besmetting met leverwormen ontstaat door het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees of vis dat besmet is met de larven van de parasieten. De grote leverworm heeft een ingewikkelde ontwikkelingscyclus waarbij verschillende tussengastheren betrokken zijn. De eitjes van de parasiet worden uitgescheiden in de uitwerpselen van de eindgastheer (bijv. schapen, runderen, herten) en komen in waterlichamen terecht, waar ze uitgroeien tot larven. Deze larven infecteren zoetwaterslakken, waarin ze zich ontwikkelen en vermenigvuldigen. Uit de slakken komen nog meer larven, die zich vasthechten aan waterplanten. Als een hond deze planten eet of water drinkt dat ermee besmet is, krijgt hij de larven binnen. De larven migreren vervolgens door de darmwand naar de buikholte en vandaar naar de lever, waar ze uitgroeien tot volwassen wormen.

De kleine leverworm heeft een vergelijkbare levenscyclus, maar zijn tussengastheren zijn mieren en geen slakken. De mieren nemen de larven van de parasiet op, die vervolgens hun gedrag beïnvloeden. De geïnfecteerde mieren klimmen op grassprieten of andere planten en komen daar vast te zitten. Wanneer een hond van deze planten eet of knabbelt, neemt hij de mieren en dus de larven op. De larven komen vervolgens via de darmen in de lever en galwegen terecht.

Welke symptomen vertonen honden met leverwormen?

De symptomen van een leverwormeninfectie bij honden zijn afhankelijk van het type en het aantal parasieten, het stadium van de ziekte en de algemene conditie van het dier. De meest voorkomende symptomen zijn

  • verlies van eetlust
  • gewichtsverlies
  • diarree
  • braken
  • geelzucht (vergeling van slijmvliezen en huid)
  • buikpijn
  • bloedarmoede
  • bloedingen
  • koorts
  • Ophoping van vocht in de buik (ascites)
  • Vergroting van de lever
  • Ontsteking van de galwegen
  • Galstenen
  • Leverfalen

In sommige gevallen kunnen ook neurologische symptomen zoals stuiptrekkingen, verlamming of gedragsveranderingen optreden als de parasieten de hersenen of het ruggenmerg binnendringen.

Hoe wordt een leverworminfectie bij honden vastgesteld?

De diagnose van een leverworminfectie bij de hond is gebaseerd op de medische voorgeschiedenis, klinische symptomen, bloedbeeld, biochemische analyse en het aantonen van de parasieten of hun eitjes in de ontlasting of gal. Omdat de eitjes niet continu worden uitgescheiden, kunnen meerdere fecesmonsters nodig zijn om een infectie te bevestigen. Een echografisch onderzoek kan ook helpen om veranderingen in de lever of galwegen op te sporen.

Hoe wordt een leverfluke-infectie bij honden behandeld?

De behandeling van een leverworminfectie bij honden bestaat uit het toedienen van speciale ontwormingsmedicijnen die de parasieten doden. De werkzame stoffen die effectief zijn tegen leverwormen zijn praziquantel, albendazol of triclabendazol. De behandeling duurt meestal enkele dagen en moet worden voorgeschreven en gecontroleerd door een dierenarts. Naast ontworming is het ook belangrijk om de symptomen te verlichten en de leverfunctie te ondersteunen. Hiervoor kunnen pijnstillers, ontstekingsremmers, antibiotica, infusen, vitaminen of leverbeschermers worden gebruikt. In ernstige gevallen kan ook een operatie nodig zijn om galstenen of abcessen te verwijderen.

Hoe kan ik een leverfluke-infectie bij honden voorkomen?

De beste manier om een leverfluke-infectie bij honden te voorkomen is het vermijden van rauw of ondergekookt vlees of vis dat besmet kan zijn met de larven van de parasieten. Zorg er ook voor dat de hond geen water drinkt uit stilstaand water of planten eet die in contact zijn geweest met besmette slakken of mieren. Regelmatig ontwormen kan ook helpen om een infectie in een vroeg stadium te voorkomen of te herkennen.

 

De auteurs gaan ervan uit dat een dierenarts moet worden geraadpleegd als een dier ziek is en dat medicijnen alleen mogen worden ingenomen na overleg met een arts of apotheker. Alleen een individueel onderzoek kan leiden tot een diagnose en een behandelingsbeslissing.

We helpen je de dichtstbijzijnde dierenarts te vinden → Op deze manier