Mineralen

Mineralen vervullen veel belangrijke functies in het organisme, zoals

• de structuur en stabiliteit van botten en tanden
• de regulering van de water- en elektrolytenbalans
• de overdracht van zenuwimpulsen en spiersamentrekkingen
• de vorming van bloedcellen en enzymen
• de activering van vitaminen en hormonen

Mineralen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen:

Bulkelementen en sporenelementen

Bulkelementen zijn mineralen die honden in grote hoeveelheden nodig hebben, zoals calcium, fosfor, magnesium, natrium en kalium. 
Sporenelementen zijn mineralen die honden slechts in kleine hoeveelheden nodig hebben, zoals ijzer, zink, koper, jodium en selenium.

Hoeveel mineralen heeft een hond nodig?

De optimale hoeveelheid mineralen die een hond per dag nodig heeft, hangt af van verschillende factoren, zoals

• de leeftijd, het gewicht en het activiteitenniveau van de hond
• de gezondheidstoestand en stofwisseling van de hond
• de kwaliteit en samenstelling van het voer
• de beschikbaarheid en bruikbaarheid van de mineralen in het voer

Er is geen algemeen geldende aanbeveling voor de inname van mineralen bij honden, omdat elke hond individueel is. Er zijn echter wel richtwaarden die als richtlijn kunnen dienen. Deze worden bijvoorbeeld gepubliceerd door de FEDIAF (European Pet Food Industry Federation) of de NRC (National Research Council).

Hoe kunnen mineraaltekorten of -overschotten bij honden worden herkend?

Een tekort of teveel aan mineralen bij honden kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, die kunnen variëren afhankelijk van het type en de ernst van de aandoening. Enkele mogelijke symptomen zijn

• Zwakte, vermoeidheid en lusteloosheid
• Haaruitval, huidproblemen en slechte wondgenezing
• Tand- en botproblemen, zoals tandbederf, rachitis of osteoporose
• Zenuw- en spierproblemen, zoals krampen, verlamming of epilepsie
• Veranderingen in het bloedbeeld, zoals bloedarmoede of bloedstollingsstoornissen
• Stofwisselingsstoornissen, zoals diabetes of hypothyreoïdie
• Zwak immuunsysteem en verhoogde vatbaarheid voor infecties

Om een tekort of teveel aan mineralen bij honden te voorkomen of te behandelen, is het belangrijk om de oorzaak vast te stellen en zo nodig het dieet aan te passen. Raadpleeg altijd een dierenarts die een precieze diagnose kan stellen en een gepersonaliseerde therapie kan aanbevelen.

Wat is de beste manier om mineralen aan honden te voeren?

De beste mineralenbron voor honden is een uitgebalanceerde en aan de soort aangepaste voeding die alle voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden en verhoudingen bevat. Er moet aandacht worden besteed aan de kwaliteit en herkomst van de voeding en waar mogelijk moeten natuurlijke en onbewerkte ingrediënten worden gebruikt.

Er zijn verschillende manieren om mineralen aan honden te voeren, bijvoorbeeld:

• Droogvoer of natvoer, dat speciaal is samengesteld voor honden en alle benodigde mineralen bevat
• Barf, d.w.z. biologisch soortspecifiek rauw voer bestaande uit vers vlees, slachtafval, botten, groenten, fruit en andere ingrediënten die overeenkomen met het natuurlijke prooipatroon van de hond
• Kant-en-klaarvoer dat is verrijkt met natuurlijke mineralenbronnen, zoals algenkalk, biergist, moutkiemen of druivenpitextract
• Aanvullend voer dat specifiek voorziet in individuele mineralen die in het voer ontbreken of in onvoldoende hoeveelheden aanwezig zijn, zoals ijzer, zink of jodium.

Bij het kiezen van voer moet je altijd rekening houden met de behoeften van je hond en de aanbevelingen van je dierenarts of een voedingsdeskundige opvolgen. Over- of onderdosering van mineralen kan schadelijk zijn en moet worden vermeden.

Overzicht

Er zijn veel mineralen, maar hier zijn enkele van de belangrijkste en hun functies:

• Calcium: noodzakelijk voor de opbouw en het onderhoud van botten en tanden.
• Fosfor: belangrijk voor de opbouw en het onderhoud van botten en tanden en voor de stofwisseling van eiwitten, vetten en koolhydraten.
• Magnesium: belangrijk voor de energiestofwisseling, spier- en zenuwfunctie en voor de opbouw van botten en tanden.
• Natrium: helpt de water- en elektrolytenbalans van het lichaam te reguleren.
• Kalium: belangrijk voor het hartritme en de werking van spieren en zenuwen.
• Chloride: een belangrijk bestanddeel van keukenzout, dat helpt om de water- en elektrolytenbalans van het lichaam te reguleren.
• Zwavel: belangrijk voor de opbouw van eiwitten en andere lichaamsstructuren.
• IJzer: noodzakelijk voor het zuurstoftransport in het lichaam en de vorming van eiwitten, vooral hemoglobine.
• Zink: belangrijk voor het immuunsysteem, metabolisme, wondgenezing en zintuiglijke waarneming.
• Koper: noodzakelijk voor de vorming van rode bloedcellen en de werking van enzymen.
• Mangaan: belangrijk voor de stofwisseling, botvorming en de werking van enzymen.
• Fluor: helpt tanden te beschermen tegen tandbederf.
• Jodium: noodzakelijk voor de vorming van schildklierhormonen.
• Chroom: belangrijk voor de stofwisseling van koolhydraten.
• Molybdeen: belangrijk voor de stofwisseling van voedingsstoffen zoals ijzer.
• Selenium: belangrijk voor de werking van het immuunsysteem en bescherming tegen oxidatieve stress.