Maagdarmproblemen

Symptomen van maag-darmproblemen

De meest voorkomende symptomen van maagdarmproblemen bij honden zijn

• Braken
• diarree
• verlies van eetlust
• buikpijn
• winderigheid
• gewichtsverlies

Deze symptomen kunnen variëren afhankelijk van de ernst en de oorzaak van de ziekte. Sommige honden vertonen slechts milde symptomen, terwijl anderen ernstig ziek zijn.

Oorzaken van maag-darmproblemen

De oorzaken van maag-darmproblemen bij honden kunnen uiteenlopend zijn. Enkele van de meest voorkomende zijn

• Voedselintoleranties of allergieën
• Verandering van voedsel of het eten van ongeschikt voedsel
• Parasieten zoals wormen of giardia
• Bacteriële of virale infecties zoals parvovirus of distemper
• Vergiftiging door planten, medicijnen of chemicaliën
• Stress of angst
• Chronische ziekten zoals de ziekte van Crohn of alvleesklierontsteking

Behandeling van maag-darmproblemen

De behandeling van maag-darmproblemen bij honden hangt af van de oorzaak en de toestand van het dier. In sommige gevallen is het voldoende om de hond een lichte voeding te geven die licht verteerbaar is en het maag-darmkanaal ontlast. Dit omvat bijvoorbeeld gekookte kip met rijst, wortelen of aardappelen. Je moet je hond ook altijd vers water geven en ervoor zorgen dat hij niet uitgedroogd raakt.

In andere gevallen kan het nodig zijn om de hond medicijnen te geven om de misselijkheid te verlichten, de ontsteking te verminderen of de infectie te bestrijden. Dit zijn bijvoorbeeld anti-emetica, antidiarreemiddelen, antibiotica of ontwormingsmiddelen. Je mag deze medicijnen echter alleen toedienen na overleg met een dierenarts.

In ernstige gevallen kan het nodig zijn om de hond naar een dierenkliniek te brengen waar hij intraveneuze vloeistoftherapie, een bloedtransfusie of een operatie kan krijgen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de hond bloederig braakt of diarree heeft, hevige pijn lijdt of een darmobstructie heeft.

Preventie van maag-darmproblemen

Om maag-darmproblemen bij je hond te voorkomen, kun je een aantal maatregelen nemen, zoals

• Geef je hond soorteigen voeding van hoge kwaliteit die past bij zijn leeftijd en ras.
• Verander niet abrupt van voer, maar introduceer het geleidelijk.
• Geef uw hond geen mensenvoer, botten, chocolade of andere giftige stoffen.
• Houd uw hond uit de buurt van afval, uitwerpselen of bedorven voedsel.
• Ontworm je hond regelmatig en laat hem vaccineren tegen veelvoorkomende ziekten.
• Verminder de stress en angst van uw hond met voldoende beweging, spel en aandacht.
• Ga minstens één keer per jaar met uw hond naar de dierenarts voor een routinecontrole.