Glycine

Wat is glycine?

Glycine is het kleinste en eenvoudigste aminozuur dat er is. Het heeft de chemische formule C2H5NO2 en is niet-chiraal, dat wil zeggen dat het geen dextroroterende of levoroterende vorm heeft. Glycine is niet-essentieel, wat betekent dat je hond het zelf kan aanmaken en het niet per se via voedsel hoeft binnen te krijgen. Soms is de lichaamseigen productie echter niet voldoende om aan de behoefte te voldoen. In dat geval kan het zinvol zijn om je hond extra glycine te geven.

Glycine is betrokken bij veel processen in het lichaam, bijvoorbeeld:

• Het bevordert de vorming van hemoglobine, het rode bloedpigment dat zuurstof transporteert.
• Het wordt omgezet in creatine, wat belangrijk is voor de spieren.
• Het zorgt voor de stabiliteit van collageen, het structurele eiwit van bindweefsel, dat voorkomt in botten, tanden, huid en pezen.
• Het werkt als een neurotransmitter in de hersenen en heeft een kalmerend effect.
• Het beschermt DNA tegen schade en verbetert de interne zelfreiniging van cellen.
• Het ondersteunt het immuunsysteem en heeft een ontstekingsremmende werking.

Wat zijn de voordelen van glycine voor honden?

Glycine kan helpen bij of voorkomen van veel ziekten, bijvoorbeeld

• Diabetes: glycine kan de bloedsuikerspiegel verlagen en de insulinegevoeligheid verbeteren.
• Leververvetting: Glycine kan de leverfunctie ondersteunen en de ophoping van vet in de lever verminderen.
• Aderverkalking : Glycine kan de vorming van plaque in de bloedvaten voorkomen en de bloeddruk verlagen.
• Zenuwaandoeningen: Glycine kan zenuwcellen beschermen en regeneratie bevorderen.
• Neurodegeneratieve ziekten: Glycine kan de afbraak van hersencellen vertragen en cognitieve prestaties verbeteren.
• Depressie: Glycine kan de stemming verhelderen en de afgifte van serotonine verhogen.
• Slaapstoornissen: Glycine kan het makkelijker maken om in slaap te vallen en de slaapkwaliteit verbeteren.
• Hartfalen: Glycine kan de hartfunctie versterken en het risico op een hartaanval of beroerte verminderen.
• Mitochondriale disfunctie: Glycine kan de energieproductie in de cellen verbeteren en oxidatieve stress verminderen.
• Endotheeldisfunctie : Glycine kan de functie van de binnenwand van bloedvaten verbeteren en de bloedstroom bevorderen.
• Zwakte van het bindweefsel: Glycine kan de vorming van collageen stimuleren en het bindweefsel strakker maken.
• Wondgenezingsstoornissen: Glycine kan de wondgenezing versnellen en het risico op infectie verminderen.
• Osteoporose: Glycine kan de botmassa verhogen en het risico op botbreuken verminderen.
• Netvliesaandoeningen: Glycine kan het gezichtsvermogen beschermen en degeneratieve veranderingen in het netvlies voorkomen.
• Tumorgroei : Glycine kan de groei van kankercellen remmen en de effectiviteit van chemotherapie of radiotherapie verhogen.

Wat zijn de nadelen van glycine voor honden?

Glycine heeft geen bekende bijwerkingen of interacties met andere stoffen. Het is een veilige en goed verdragen voedingsstof die geen toxische effecten heeft in hoge doses. Er moet echter voor worden gezorgd dat glycine niet in te grote hoeveelheden wordt toegediend, omdat het anders de absorptie van andere aminozuren zou kunnen belemmeren. Er moet ook voor worden gezorgd dat glycine niet wordt gecombineerd met andere smaakversterkers, omdat het anders de smaakperceptie zou kunnen veranderen.

Hoe kan glycine aan honden worden toegediend?

Glycine zit in veel eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals varkensvlees, zalm en sojabonen. Een goede bron van glycine is ook bottenbouillon, dat wordt gekookt van botten en kraakbeen. Bottenbouillon bevat niet alleen glycine, maar ook andere belangrijke voedingsstoffen zoals gelatine, glucosamine en mineralen. Je kunt bottenbouillon zelf maken of kant-en-klaar kopen en aan je hond geven als drinkwater of bij het eten.

Een andere manier om glycine aan honden te geven is via supplementatie. Er zijn verschillende preparaten die glycine bevatten, bijvoorbeeld als poeder, capsules of tabletten. De dosering hangt af van de grootte en gezondheid van de hond, maar een algemene aanbeveling is ongeveer 0,1 tot 0,5 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag.