Skip to main content

Bloedverdunners

Een weergave van Bloedverdunners

Bloedverdunners zijn geneesmiddelen die de bloedstolling remmen of vertragen. Ze worden vaak gebruikt om trombose, beroertes of hartaanvallen te voorkomen of te behandelen. Maar kunnen ze ook bij honden worden gebruikt? In dit artikel lees je meer over de effecten, het gebruik en de risico's van bloedverdunners bij honden.

Waarom hebben sommige honden bloedverdunners nodig?

Er zijn verschillende redenen waarom een hond bloedverdunners nodig kan hebben. Hartaandoeningen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat er zich bloedstolsels vormen in de hartkamers of de hartkleppen, wat vervolgens kan leiden tot een hartaanval of beroerte. Bepaalde vormen van kanker kunnen ook het risico op trombose verhogen. Sommige honden hebben ook een aangeboren of verworven bloedstollingsstoornis, die leidt tot een verhoogde neiging om te bloeden of stolsels te vormen.

Welke bloedverdunners zijn er voor honden?

Er zijn verschillende soorten bloedverdunners, die kunnen worden onderscheiden op basis van hun werkingsmechanisme en toepassingsvorm. De meest voorkomende zijn

  • Anticoagulantia: Deze medicijnen remmen de vorming van fibrine, een eiwit dat verantwoordelijk is voor de stabiliteit van bloedstolsels. Ze worden meestal toegediend als injecties onder de huid of als tabletten. Voorbeelden zijn heparine, warfarine of rivaroxaban.
  • Trombocytenaggregatieremmers: Deze medicijnen voorkomen dat bloedplaatjes samenklonteren en deelnemen aan het stollingsproces. Ze worden meestal in tabletvorm gegeven. Voorbeelden zijn aspirine, clopidogrel of ticagrelor.
  • Fibrinolytica: Deze medicijnen lossen bestaande bloedstolsels op door het enzym plasmine te activeren, dat fibrine afbreekt. Ze worden meestal als infuus in de ader toegediend. Voorbeelden zijn streptokinase, urokinase of alteplase.

Wat zijn de voor- en nadelen van bloedverdunners bij honden?

Bloedverdunners kunnen levensreddend zijn bij honden als ze het risico op ernstige complicaties zoals hartaanvallen of beroertes verminderen. Ze kunnen ook de levenskwaliteit verbeteren van honden die lijden aan chronische pijn of ontstekingen. Ze hebben echter ook enkele nadelen en risico's waarmee rekening moet worden gehouden:

  • Bloedingen: Het grootste risico van bloedverdunners is een verhoogde neiging tot bloeden. Dit kan leiden tot spontane bloedingen uit de neus, mond, darmen of urineblaas. Verwondingen of operaties kunnen ook leiden tot hevige bloedingen of bloedingen die moeilijk te stelpen zijn. Daarom moeten honden die bloedverdunners krijgen hun stollingswaarden regelmatig laten controleren en in noodgevallen snel worden behandeld.
  • Interacties: Sommige bloedverdunners kunnen een wisselwerking hebben met andere medicijnen of voedingsmiddelen en hun effect vergroten of verkleinen. Warfarine kan bijvoorbeeld worden beïnvloed door vitamine K-rijk voedsel zoals groene groenten. Sommige antibiotica, pijnstillers of ontwormingsmiddelen kunnen ook het effect van bloedverdunners veranderen. Daarom moeten honden die bloedverdunners krijgen altijd onder toezicht van een dierenarts staan en moeten alle andere medicijnen of supplementen met hun dierenarts worden besproken.
  • Bijwerkingen: Sommige bloedverdunners kunnen ook andere bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid, braken, diarree, verlies van eetlust of haaruitval. Deze zijn meestal mild en tijdelijk, maar kunnen ook leiden tot een verslechtering van de algemene conditie of gewichtsverlies. Daarom moeten honden die bloedverdunners krijgen regelmatig gecontroleerd worden op gewicht, voedselinname en uitwerpselen en bij tekenen van intolerantie gemeld worden bij hun dierenarts.

Bloedverdunners zijn belangrijke medicijnen voor honden die lijden aan bepaalde ziekten die het risico op bloedstolsels verhogen. Ze kunnen het leven van honden verlengen en hun levenskwaliteit verbeteren. Ze moeten echter voorzichtig en onder toezicht van een dierenarts worden gebruikt, omdat ze ook kunnen leiden tot bloedingen, interacties of bijwerkingen. Het is daarom belangrijk dat u altijd de dosering en de instructies van uw dierenarts opvolgt en uw hond regelmatig laat onderzoeken.


De auteurs gaan ervan uit dat een dierenarts moet worden geraadpleegd als een dier ziek is en dat medicijnen alleen mogen worden ingenomen na overleg met een arts of apotheker. Alleen een individueel onderzoek kan leiden tot een diagnose en een behandelingsbeslissing.

We helpen je de dichtstbijzijnde dierenarts te vinden → Op deze manier